Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden bevattend met NDGOEDlandgoed vind␣goed vond␣goed zandgoed —— landgoedje —— landgoedjes roerend␣goed —— landgoederen —— onroerend␣goed roerend␣goedje —— eind␣goed,␣al␣goed —— landgoedterrein onroerend␣goedje —— landgoedeigenaar —— landgoedeigenaars landgoedeigenaren landgoedterreinen —— landgoedterreintje —— landgoedeigenaartje landgoedterreintjes —— landgoedeigenaartjes onroerendgoedzeepbel —— onroerendgoedarsenaal 25 definities gevonden- landgoed — n. Een groot landhuis met een uitgestrekt gebied dat als één geheel…
- vind␣goed — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van goedvinden. — w. Gebiedende wijs van goedvinden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van goedvinden.
- vond␣goed — w. Enkelvoud verleden tijd van goedvinden.
- zandgoed — n. (Landbouw) de onderste bladeren van de tabaksplant die een…
- landgoedje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord landgoed.
- landgoedjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord landgoed.
- roerend␣goed — n. (Juridisch) tilbaar, stoffelijk object dat verplaatst kan worden.
- landgoederen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord landgoed.
- onroerend␣goed — n. (Juridisch) goed dat niet eenvoudig verplaatst kan worden…
- roerend␣goedje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord roerend goed.
- eind␣goed,␣al␣goed — fr. (Gezegde) als alles goed komt vergeet men al snel de moeilijkheden…
- landgoedterrein — n. Grondgebied dat samen met het landhuis een landgoed vormt.
- onroerend␣goedje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord onroerend goed.
- landgoedeigenaar — n. De eigenaar van een landgoed.
- landgoedeigenaars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord landgoedeigenaar.
- landgoedeigenaren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord landgoedeigenaar.
- landgoedterreinen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord landgoedterrein.
- landgoedterreintje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord landgoedterrein.
- landgoedeigenaartje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord landgoedeigenaar.
- landgoedterreintjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord landgoedterrein.
- landgoedeigenaartjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord landgoedeigenaar.
- onroerendgoedzeepbel — n. Een snelle toename van de taxatiewaarde van onroerende zaken…
- onroerendgoedarsenaal — n. De gebouwen die men in zijn bezit heeft.
|