Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 16 17
Er zijn 22 woorden bevattend met NEERSLneersla neerslaan neerslaand neerslaande neerslaat neerslachtig neerslachtigheden neerslachtigheid neerslag neerslagen neerslagmeter neerslagmeters neerslagmetertje neerslagmetertjes neersloeg neersloegen terneersla terneerslaan terneerslaand terneerslaat terneersloeg terneersloegen 28 definities gevonden- neersla — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerslaan. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van neerslaan.
- neerslaan — w. Ergatief (scheikunde) vanuit een homogene oplossing een vaste… — w. Overgankelijk (militair) met geweld onderdrukken.
- neerslaand — w. Onvoltooid deelwoord van neerslaan.
- neerslaande — w. Verbogen vorm van neerslaand, het onvoltooid deelwoord van neerslaan.
- neerslaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerslaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerslaan.
- neerslachtig — bijv. Erg somber zijnde.
- neerslachtigheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord neerslachtigheid.
- neerslachtigheid — n. (Psychologie) droeve, depressieve stemming.
- neerslag — n. (Meteorologie) hemelwater dat in de vorm van regen, sneeuw… — n. Bezinksel. — n. (Muziek) het accentueren van een tel in de maat [6].
- neerslagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord neerslag.
- neerslagmeter — n. Een toestel dat de hoeveelheid gevallen neerslag meet.
- neerslagmeters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord neerslagmeter.
- neerslagmetertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord neerslagmeter.
- neerslagmetertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord neerslagmeter.
- neersloeg — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van neerslaan.
- neersloegen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van neerslaan.
- terneersla — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terneerslaan.
- terneerslaan — w. Neerslaan.
- terneerslaand — w. Onvoltooid deelwoord van terneerslaan.
- terneerslaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terneerslaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terneerslaan.
- terneersloeg — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van terneerslaan.
- terneersloegen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van terneerslaan.
|