|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 22 woorden bevattend met NORMALabnormaliteit abnormaliteiten normalen normalisatie normalisaties normalisatietje normalisatietjes normaliseer normaliseerde normaliseerden normaliseert normaliseren normaliserend normaliserende normalist normaliste normalisten normalistes normaliteit normaliteiten normaliter paranormaliteit 31 definities gevonden- abnormaliteit — n. Onregelmatigheid. — n. Misvorming.
- abnormaliteiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord abnormaliteit.
- normalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord normaal.
- normalisatie — n. In overeenstemming brengen met een norm, standaardisatie. — n. Het ’normaal’ maken van een situatie.
- normalisaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord normalisatie.
- normalisatietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord normalisatie.
- normalisatietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord normalisatie.
- normaliseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van normaliseren. — w. Gebiedende wijs van normaliseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van normaliseren.
- normaliseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van normaliseren.
- normaliseerden — w. Meervoud verleden tijd van normaliseren.
- normaliseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van normaliseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van normaliseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van normaliseren.
- normaliseren — w. Terug brengen naar wat normaal is, herstellen. — w. Zorgen dat bij een geluidsopname het gehele dynamische bereik wordt gebruikt. — w. Standaardiseren.
- normaliserend — w. Onvoltooid deelwoord van normaliseren.
- normaliserende — w. Verbogen vorm van normaliserend, het onvoltooid deelwoord van normaliseren.
- normalist — n. Leerling van een normaalschool, iemand die een opleiding tot…
- normaliste — n. Vrouwelijke student van een normaalschool (kweekschool of pedagogische…
- normalisten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord normalist.
- normalistes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord normaliste.
- normaliteit — n. Het normaal zijn. — n. (Verouderd) (scheikunde) de equivalentie (neq) gedeeld door…
- normaliteiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord normaliteit.
- normaliter — bijw. In het normale geval.
- paranormaliteit — n. Het niet wetenschappelijk verklaard of met de zintuigen waargenomen…
Zie deze lijst voor:
| |