Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Er zijn 23 woorden bevattend met NSPREEinspreek —— aanspreek inspreekt —— aanspreekt —— tegenspreek —— tegenspreekt —— aanspreekbaar aanspreekpunt aanspreekvorm —— aanspreektitel —— aanspreekpunten aanspreekpuntje aanspreektitels aanspreekvormen onaanspreekbaar —— aanspreekcultuur aanspreekpuntjes aanspreekvormpje —— aanspreekbaarheid aanspreektiteltje aanspreekvormpjes —— aanspreekbaarheden aanspreektiteltjes 28 definities gevonden- inspreek — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inspreken.
- aanspreek — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspreken.
- inspreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inspreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inspreken.
- aanspreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspreken.
- tegenspreek — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenspreken.
- tegenspreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenspreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenspreken.
- aanspreekbaar — bijv. Toegankelijk, geneigd tot conversatie. — bijv. (Informatica) in staat tot het ontvangen en doorgeven van…
- aanspreekpunt — n. Plek waar een persoon van een instantie aanwezig is die men…
- aanspreekvorm — n. Woord(en) waarmee men iemand aanspreekt.
- aanspreektitel — n. Titel waarmee men iemand aanspreekt.
- aanspreekpunten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanspreekpunt.
- aanspreekpuntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanspreekpunt.
- aanspreektitels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanspreektitel.
- aanspreekvormen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanspreekvorm.
- onaanspreekbaar — bijv. Niet geneigd tot communicatie. — bijv. Niet kunnen communiceren door bewusteloosheid.
- aanspreekcultuur — n. (Bedrijfskunde) geheel van omgangsvormen waarin mensen gewend…
- aanspreekpuntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanspreekpunt.
- aanspreekvormpje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanspreekvorm.
- aanspreekbaarheid — n. De mate van het aanspreekbaar zijn.
- aanspreektiteltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanspreektitel.
- aanspreekvormpjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanspreekvorm.
- aanspreekbaarheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanspreekbaarheid.
- aanspreektiteltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanspreektitel.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: geen woord
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|