Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 10 11 13 14 15 16 17 18 19
Er zijn 20 woorden bevattend met NTERVAinterval —— QT-interval wintervast —— intervallen wintervacht —— intervalletje tijdsinterval wintervachten wintervachtje —— intervalletjes wintervachtjes wintervakantie —— wintervakanties —— intervaltraining tijdsintervallen —— wintervakantietje —— intervaltrainingen tijdsintervalletje wintervakantietjes —— tijdsintervalletjes 22 definities gevonden- interval — n. De tijd tussen twee tijdstippen van een tijdlijn, of de afstand… — n. (Muziek) de telling van de tonen van een diatonische toonladder. — n. (Muziek) de afstand tussen twee verschillende tonen van een…
- QT-interval — n. (Medisch) gedeelte van het patroon in een elektrocardiogram (hartfilmpje).
- wintervast — bijv. Bestand tegen winterse weersomstandigheden.
- intervallen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord interval.
- wintervacht — n. Is de behaarde huid van een zoogdier in de winter.
- intervalletje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord interval.
- tijdsinterval — n. De tijdsperiode tussen twee momenten in de tijd (tijdvak).
- wintervachten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord wintervacht.
- wintervachtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord wintervacht.
- intervalletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord interval.
- wintervachtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord wintervacht.
- wintervakantie — n. Vakantie in de winterperiode.
- wintervakanties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord wintervakantie.
- intervaltraining — n. (Sport) een trainingsmethode waarbij een periode van hoge intensiteit…
- tijdsintervallen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tijdsinterval.
- wintervakantietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord wintervakantie.
- intervaltrainingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord intervaltraining.
- tijdsintervalletje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tijdsinterval.
- wintervakantietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord wintervakantie.
- tijdsintervalletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tijdsinterval.
Zie deze lijst voor:
|