Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 14 16 17
Er zijn 19 woorden bevattend met NWERKTaanwerkt aanwerkte aanwerkten boerenwerktuig boerenwerktuigen boerenwerktuigje boerenwerktuigjes inwerkt inwerkte inwerkten openwerkt openwerkte openwerkten samenwerkt samenwerkte samenwerkten tegenwerkt tegenwerkte tegenwerkten 24 definities gevonden- aanwerkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwerken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwerken.
- aanwerkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanwerken.
- aanwerkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanwerken.
- boerenwerktuig — n. (Landbouw) een werktuig dat door boeren gebruikt wordt om het…
- boerenwerktuigen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord boerenwerktuig.
- boerenwerktuigje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boerenwerktuig.
- boerenwerktuigjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord boerenwerktuig.
- inwerkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwerken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwerken.
- inwerkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inwerken.
- inwerkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inwerken.
- openwerkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openwerken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openwerken.
- openwerkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van openwerken.
- openwerkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van openwerken.
- samenwerkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenwerken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenwerken.
- samenwerkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van samenwerken.
- samenwerkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van samenwerken.
- tegenwerkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenwerken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenwerken.
- tegenwerkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van tegenwerken.
- tegenwerkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van tegenwerken.
|