Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 23 woorden bevattend met NSTRUEEinstrueer —— construeer instrueert menstrueel menstrueer —— construeert instrueerde menstrueert —— construeerde deconstrueer instrueerden menstrueerde reconstrueer —— construeerden deconstrueert geconstrueerd menstrueerden premenstrueel reconstrueert —— deconstrueerde reconstrueerde —— deconstrueerden reconstrueerden 43 definities gevonden- instrueer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instrueren. — w. Gebiedende wijs van instrueren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instrueren.
- construeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van construeren. — w. Gebiedende wijs van construeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van construeren.
- instrueert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instrueren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instrueren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van instrueren.
- menstrueel — bijv. Op de menstruatie betrekking hebbend.
- menstrueer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van menstrueren. — w. Gebiedende wijs van menstrueren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van menstrueren.
- construeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van construeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van construeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van construeren.
- instrueerde — w. Enkelvoud verleden tijd van instrueren.
- menstrueert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van menstrueren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van menstrueren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van menstrueren.
- construeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van construeren.
- deconstrueer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deconstrueren. — w. Gebiedende wijs van deconstrueren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deconstrueren.
- instrueerden — w. Meervoud verleden tijd van instrueren.
- menstrueerde — w. Enkelvoud verleden tijd van menstrueren.
- reconstrueer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reconstrueren. — w. Gebiedende wijs van reconstrueren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reconstrueren.
- construeerden — w. Meervoud verleden tijd van construeren.
- deconstrueert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deconstrueren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deconstrueren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van deconstrueren.
- geconstrueerd — bijv. Gemaakt.
- menstrueerden — w. Meervoud verleden tijd van menstrueren.
- premenstrueel — bijv. (Medisch) vóór de maandstonden (maadelijkse bloeding) bij de vrouw.
- reconstrueert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reconstrueren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reconstrueren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van reconstrueren.
- deconstrueerde — w. Enkelvoud verleden tijd van deconstrueren.
- reconstrueerde — w. Enkelvoud verleden tijd van reconstrueren.
- deconstrueerden — w. Meervoud verleden tijd van deconstrueren.
- reconstrueerden — w. Meervoud verleden tijd van reconstrueren.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: geen woord
- Frans WikiWoordenboek: 4 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|