Lijst met woorden van 6 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van zes letters bevattend met OPRkoprol opraak opraap opreed oprees opreet oprekt oprent opriep oprijd oprijs oprijt oprisp oproei oproep oproer oprolt oprook opruim opruit oprukt opruwt 34 definities gevonden- koprol — n. Een gymnastische beweging waarbij men vanuit een gehurkte positie… — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koprollen. — w. Gebiedende wijs van koprollen.
- opraak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opraken.
- opraap — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprapen.
- opreed — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oprijden.
- oprees — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oprijzen.
- opreet — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oprijten.
- oprekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprekken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprekken.
- oprent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprennen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprennen.
- opriep — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oproepen.
- oprijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprijden.
- oprijs — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprijzen.
- oprijt — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprijten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprijten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprijten.
- oprisp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprispen.
- oproei — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oproeien.
- oproep — n. Een dringende vraag om iets te doen. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oproepen.
- oproer — n. Is het plaatselijk in verzet komen tegen een autoriteit. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oproeren.
- oprolt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprollen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprollen.
- oprook — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oproken.
- opruim — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opruimen.
- opruit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opruien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opruien.
- oprukt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprukken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprukken.
- opruwt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opruwen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opruwen.
Zie deze lijst voor:
|