Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van zeven letters bevattend met OESTberoest goesten hoesten hoestje hoest␣op hoestte inroest koestal koester moesten noestig oesters oestrus ophoest poesta's roesten roestig roest␣in roestje roestte sjmoest toestak toestel toestem toestop 40 definities gevonden- beroest — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroezen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroezen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beroezen.
- goesten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord goeste.
- hoesten — w. Inergatief een reflexmatige explosieve uitademing, die ontstaat…
- hoestje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hoest.
- hoest␣op — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van ophoesten#gebiedende wijs van ophoesten.
- hoestte — w. Enkelvoud verleden tijd van hoesten.
- inroest — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inroesten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inroesten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inroesten.
- koestal — n. (Veeteelt) overdekte ruimte waarin koeien kunnen verblijven.
- koester — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koesteren. — w. Gebiedende wijs van koesteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koesteren.
- moesten — w. Meervoud verleden tijd van moeten.
- noestig — bijv. Van hout dat het veel knoesten bevat; ook in figuurlijke… — bijv. Met veel inspanning.
- oesters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oester.
- oestrus — n. (Biologie) vruchtbare periode van een vrouwelijk dier. — n. (Insecten) Oestridae een vliegengeslacht uit de familie van de horzels.
- ophoest — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophoesten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophoesten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophoesten.
- poesta's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord poesta.
- roesten — w. Het langzaam oxideren van ijzerhoudende materialen. — w. Door roest vast gaan zitten. — w. (Kippen) op stok zitten.
- roestig — bijv. Aangetast door metaaloxide vooral bij ijzer.
- roest␣in — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van inroesten#gebiedende wijs van inroesten.
- roestje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord roest.
- roestte — w. Enkelvoud verleden tijd van roesten.
- sjmoest — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sjmoezen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sjmoezen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van sjmoezen.
- toestak — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toesteken.
- toestel — n. Een werktuig dat uit meer dan één onderdeel bestaat. — n. (Luchtvaart) vliegtuig, vliegmachine.
- toestem — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toestemmen.
- toestop — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toestoppen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 11 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 9 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 1 woord
- Portugees WikiWoordenboek: 4 woorden
|