Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12
Er zijn 25 woorden bevattend met OEMTbebloemt benoemt beroemt bloemt doemt doemt␣op gebloemte gebloemtes herbenoemt hernoemt noemt noemt␣op opdoemt opnoemt overnoemt roemt verbloemt verdoemt vernoemt vroemt zoemt zoemtonen zoemtoon zoemtoontje zoemtoontjes 61 definities gevonden- bebloemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bebloemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bebloemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bebloemen.
- benoemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benoemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benoemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van benoemen.
- beroemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beroemen.
- bloemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bloemen.
- doemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doemen.
- doemt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdoemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdoemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opdoemen.
- gebloemte — n. Verzameling, hoeveelheid bloemen.
- gebloemtes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gebloemte.
- herbenoemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbenoemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbenoemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van herbenoemen.
- hernoemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hernoemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hernoemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van hernoemen.
- noemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van noemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van noemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van noemen.
- noemt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opnoemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opnoemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opnoemen.
- opdoemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdoemen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdoemen.
- opnoemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opnoemen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opnoemen.
- overnoemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overnoemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overnoemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overnoemen.
- roemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van roemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van roemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van roemen.
- verbloemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbloemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbloemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbloemen.
- verdoemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdoemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdoemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verdoemen.
- vernoemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vernoemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vernoemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vernoemen.
- vroemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vroemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vroemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vroemen.
- zoemt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zoemen.
- zoemtonen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zoemtoon.
- zoemtoon — n. Een geluid van een bepaalde toonhoogte met een zoemende kwaliteit.
- zoemtoontje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zoemtoon.
- zoemtoontjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zoemtoon.
|