|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 15 16 17 18 20
Er zijn 24 woorden bevattend met ONONdaltononderwijs geprononceerd loonontwikkeling loonontwikkelingen mononatriumglutamaat mononucleose no-nonsense ononderbroken onontbeerlijk onontcijferbaar onontdekt onontgonnen onontkoombaar onontkoombaarheden onontkoombaarheid onontwarbaar onontwikkeld prononceer prononceerde prononceerden prononceert prononceren prononcerend prononcerende 29 definities gevonden- daltononderwijs — n. (Onderwijs) individuele onderwijsmethode waarbij de nadruk…
- geprononceerd — bijv. Groot en vooruitstekend.
- loonontwikkeling — n. (Economie) het veranderenen van de lonen in een bepaald gebied of sector.
- loonontwikkelingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord loonontwikkeling.
- mononatriumglutamaat — n. (Voeding) (scheikunde) het mononatriumzout van glutaminezuur…
- mononucleose — n. (Medisch) vermeerdering van eenkernige witte bloedlichaampjes.
- no-nonsense — bijv. Geen flauwekul, zonder overbodige opsmuk, ter zake, zonder omwegen.
- ononderbroken — bijv. Zonder ook maar één keer te stoppen, zonder onderbreking.
- onontbeerlijk — bijv. Volstrekt noodzakelijk.
- onontcijferbaar — bijv. Niet de eigenschap bezittend qua betekenis geduid te kunnen worden.
- onontdekt — bijv. Nog niet bekend.
- onontgonnen — bijv. Van iets dat het nog niet volledig onderzocht en ontwikkeld is.
- onontkoombaar — bijv. Waaraan niet te ontsnappen is.
- onontkoombaarheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord onontkoombaarheid.
- onontkoombaarheid — n. Zekerheid dat je ten slotte toch met iets of iemand te maken krijgt.
- onontwarbaar — bijv. Zo rommelig door elkaar verstrengeld dat het niet meer ordelijk… — bijv. (Figuurlijk) zo ingewikkeld dat het niet meer valt op te lossen.
- onontwikkeld — bijv. Primitief, zonder opleiding.
- prononceer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prononceren. — w. Gebiedende wijs van prononceren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prononceren.
- prononceerde — w. Enkelvoud verleden tijd van prononceren.
- prononceerden — w. Meervoud verleden tijd van prononceren.
- prononceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prononceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prononceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van prononceren.
- prononceren — w. Uitspreken.
- prononcerend — w. Onvoltooid deelwoord van prononceren.
- prononcerende — w. Verbogen vorm van prononcerend, het onvoltooid deelwoord van prononceren.
Zie deze lijst voor:
| |