Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een vijfde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  5  6  7  8  9  10  11

Er zijn 18 woorden bevattend met OPTU

optut  ——  optuig  ——  optuigt  optutte  ——  klopt␣uit  koopt␣uit  loopt␣uit  optuigde  optuigen  optutten  ——  optuigden  optuigend  optuttend  schopt␣uit  ——  optuigende  optuttende  ——  loopt␣uiteen  verkoopt␣uit

35 definities gevonden

• optut — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optutten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optutten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optutten.
• optuig — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optuigen.
• optuigt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optuigen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optuigen.
• optutte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van optutten.
• klopt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkloppen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkloppen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitkloppen.
• koopt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkopen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkopen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitkopen.
• loopt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlopen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlopen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitlopen.
• optuigde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van optuigen.
• optuigen — w. Overgankelijk het voorzien van versierselen en andere toebehoren. — w. (Scheepvaart) het op een (zeil-)schip aanbrengen van tuig en… — w. (Bedrijfskunde) het uitbreiden of het nieuw opzetten van een…
• optutten — w. Zichzelf of iemand anders opmaken, soms op het overdrevene af.
• optuigden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van optuigen.
• optuigend — w. Onvoltooid deelwoord van optuigen.
• optuttend — w. Onvoltooid deelwoord van optutten.
• schopt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschoppen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschoppen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitschoppen.
• optuigende — w. Verbogen vorm van optuigend, het onvoltooid deelwoord van optuigen.
• optuttende — w. Verbogen vorm van optuttend, het onvoltooid deelwoord van optutten.
• loopt␣uiteen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uiteenlopen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uiteenlopen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uiteenlopen.
• verkoopt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitverkopen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitverkopen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitverkopen.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 9 woorden
• Frans WikiWoordenboek: geen woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: 2 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.