Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van acht letters bevattend met OEFENbeoefent geoefend inoefene inoefent oefenaar oefenbak oefenbal oefenbom oefendag oefenden oefenend oefenhok oefening oefenpop oefenpot oefent␣in oefen␣uit oefenwee stoefend uitoefen 30 definities gevonden- beoefent — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beoefenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beoefenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beoefenen.
- geoefend — bijv. Door veel oefening heel bedreven zijn.
- inoefene — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van inoefenen.
- inoefent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inoefenen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inoefenen.
- oefenaar — n. Iemand die een ander een bepaalde vaardigheid aanleert. — n. Was iemand die mocht preken in een godsdienstoefening van een… — n. Iemand die iets leert.
- oefenbak — n. Bak waarin men (een sport) kan oefenen.
- oefenbal — n. Een bal waarmee je kunt trainen.
- oefenbom — n. Onechte bom die gebruikt wordt bij (veiligheids)oefeningen.
- oefendag — n. Een dag waarop men een vaardigheid kan trainen.
- oefenden — w. Meervoud verleden tijd van oefenen.
- oefenend — w. Onvoltooid deelwoord van oefenen.
- oefenhok — n. Ruimte waarin men iets kan oefenen. — n. Geluidsstudio.
- oefening — n. Test om de kennis te peilen.
- oefenpop — n. Pop om mee te oefenen, bij voorbeeld voor medische doeleinden.
- oefenpot — n. Een wedstrijd die men speelt als training.
- oefent␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitoefenen.
- oefen␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen. — w. Gebiedende wijs van uitoefenen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen.
- oefenwee — n. (Medisch) lichte buikkrampen die optreden in de laatste weken…
- stoefend — w. Onvoltooid deelwoord van stoefen.
- uitoefen — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen.
|