Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 15 woorden van acht letters bevattend met OKKELbrokkelt getokkel knokkels kokkelde kokkelen mokkelde mokkelen prokkels prokkelt sjnokkel sjokkelt smokkelt sprokkel tokkelde tokkelen 29 definities gevonden- brokkelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brokkelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brokkelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van brokkelen.
- getokkel — n. Aanhoudend pulken aan de snaren van een snaarinstrument.
- knokkels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord knokkel.
- kokkelde — w. Enkelvoud verleden tijd van kokkelen.
- kokkelen — w. Inergatief een geluid voortbrengen zoals dat van een hoen. — w. Inergatief door houding en aanrakingen innige genegenheid laten blijken. — w. Inergatief bepaalde eetbare schelpdieren Cerastoderma edule verzamelen.
- mokkelde — w. Enkelvoud verleden tijd van mokkelen.
- mokkelen — w. Iemand omhelzen en kussen.
- prokkels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord prokkel.
- prokkelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prokkelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prokkelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van prokkelen.
- sjnokkel — n. (Jiddisch-Hebreeuws) sukkel. — n. (Jiddisch-Hebreeuws) schatje (van een kind).
- sjokkelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sjokkelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sjokkelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van sjokkelen.
- smokkelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smokkelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smokkelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van smokkelen.
- sprokkel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sprokkelen. — w. Gebiedende wijs van sprokkelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sprokkelen.
- tokkelde — w. Enkelvoud verleden tijd van tokkelen.
- tokkelen — w. (Muziek) overgankelijk snaren met kleine rukjes bespelen. — w. Ergatief zich hangend aan een stalen kabel voortbewegen.
|