|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 25 woorden bevattend met OLIJKolijk —— vrolijk —— olijkerd vrolijke —— olijkerds olijkheid onvrolijk opvrolijk vrolijken vrolijk␣op —— olijkheden opvrolijkt vrolijkt␣op —— olijkheidje opvrolijken opvrolijkte vrolijken␣op vrolijkheid vrolijkte␣op —— olijkheidjes opvrolijkend opvrolijkten vrolijkheden vrolijkten␣op —— opvrolijkende 33 definities gevonden- olijk — bijv. Om een beetje te lachen, grappig, niet ernstig, leuk, opgewekt. — bijv. Eigenlijk niet zoals het hoort, ondeugend, guitig.
- vrolijk — bijv. In goede stemming. — bijw. In goede stemming. — bijw. In goede stemming.
- olijkerd — n. Een grappig en slim persoon.
- vrolijke — n. Iemand die vrolijk is.
- olijkerds — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord olijkerd.
- olijkheid — n. Het grappige, onschuldige plezier.
- onvrolijk — bijv. Droevig.
- opvrolijk — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvrolijken.
- vrolijken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vrolijke.
- vrolijk␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvrolijken. — w. Gebiedende wijs van opvrolijken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvrolijken.
- olijkheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord olijkheid.
- opvrolijkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvrolijken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvrolijken.
- vrolijkt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvrolijken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvrolijken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opvrolijken.
- olijkheidje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord olijkheid.
- opvrolijken — w. Opmonteren, animeren.
- opvrolijkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opvrolijken.
- vrolijken␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opvrolijken.
- vrolijkheid — n. Een aangename stemming waarin men veel lacht, zich goed voelt…
- vrolijkte␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opvrolijken.
- olijkheidjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord olijkheid.
- opvrolijkend — w. Onvoltooid deelwoord van opvrolijken.
- opvrolijkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opvrolijken.
- vrolijkheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vrolijkheid.
- vrolijkten␣op — w. Meervoud verleden tijd van opvrolijken.
- opvrolijkende — w. Verbogen vorm van opvrolijkend, het onvoltooid deelwoord van opvrolijken.
| |