|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 16
Er zijn 24 woorden bevattend met ONTHUonthul onthulde onthulden onthullen onthullend onthullende onthuller onthullers onthulling onthullingen onthullinkje onthullinkjes onthult onthuts onthutsen onthutsend onthutsende onthutsing onthutsingen onthutst onthutste onthutsten zelfonthulling zelfonthullingen 37 definities gevonden- onthul — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthullen. — w. Gebiedende wijs van onthullen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthullen.
- onthulde — w. Enkelvoud verleden tijd van onthullen.
- onthulden — w. Meervoud verleden tijd van onthullen.
- onthullen — w. Overgankelijk van het hulsel ontdoen bij plechtige gelegenheden. — w. Overgankelijk openbaren van onbekende feiten.
- onthullend — w. Onvoltooid deelwoord van onthullen. — bijv. Een geheim bekend makend; het verborgene zichtbaar makend.
- onthullende — w. Verbogen vorm van onthullend, het onvoltooid deelwoord van onthullen.
- onthuller — n. Iets bekend en openbaar maken wat eerst nog verborgen was. — n. Iets bekand en openbaar maken wat eerst nog geheimgehouden werd.
- onthullers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord onthuller.
- onthulling — n. Bekend maken wat eerst verborgen was. — n. Openbaring, revelatie.
- onthullingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord onthulling.
- onthullinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord onthulling.
- onthullinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord onthulling.
- onthult — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthullen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthullen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van onthullen.
- onthuts — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthutsen. — w. Gebiedende wijs van onthutsen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthutsen.
- onthutsen — w. Overgankelijk in staat van verbijstering brengen.
- onthutsend — w. Onvoltooid deelwoord van onthutsen. — bijv. Op een negatieve, verbazingwekkende manier.
- onthutsende — w. Verbogen vorm van onthutsend, het onvoltooid deelwoord van onthutsen.
- onthutsing — n. Verbazing, verwarring.
- onthutsingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord onthutsing.
- onthutst — bijv. Verbijsterd, ontsteld. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthutsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthutsen.
- onthutste — w. Enkelvoud verleden tijd van onthutsen.
- onthutsten — w. Meervoud verleden tijd van onthutsen.
- zelfonthulling — n. Iets over zichzelf bekend maken wat eerst verborgen was.
- zelfonthullingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zelfonthulling.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 4 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 16 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |