Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  7  8  9  10  11  12  13  14

Er zijn 23 woorden bevattend met OORRI

doorrij  doorrit  oorring  voorrij  ——  doorrijd  voorrijd  ——  doorrijdt  oorringen  voorrijdt  ——  doorrijden  doorritten  voorrijden  voorrijder  ——  doorrijdend  oorringetje  voorrijdend  voorrijders  ——  doorrijdende  oorringetjes  spoorrijtuig  voorrijdende  ——  voorrijkosten  ——  spoorrijtuigen

31 definities gevonden

• doorrij — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorrijden.
• doorrit — n. Weg waarop men dóór een gebouw of terrein kan rijden. — n. Reis door een plaats heen die niet de eindbestemming is.
• oorring — n. Oorsieraad dat door een gaatje in het oorlelletje vast zit…
• voorrij — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorrijden.
• doorrijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorrijden.
• voorrijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorrijden.
• doorrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorrijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorrijden.
• oorringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oorring.
• voorrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorrijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorrijden.
• doorrijden — w. Ergatief voortgaan met rijden; niet stoppen. — w. Sneller rijden. — w. Door een voorwerp heen rijden.
• doorritten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord doorrit.
• voorrijden — w. Onovergankelijk vooraan rijden. — w. Overgankelijk voor de deur komen met een voertuig.
• voorrijder — n. (Paardrijden) iemand die op het voorste paard zit van een groep… — n. (Wielrennen) iemand die op het voorste zadel van een tandem zit. — n. (Wielrennen) iemand die een groep fietsers lijdt.
• doorrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van doorrijden.
• oorringetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord oorring.
• voorrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van voorrijden.
• voorrijders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorrijder.
• doorrijdende — w. Verbogen vorm van doorrijdend, het onvoltooid deelwoord van doorrijden.
• oorringetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord oorring.
• spoorrijtuig — n. (Spoorwegen) wagon in een personentrein.
• voorrijdende — w. Verbogen vorm van voorrijdend, het onvoltooid deelwoord van voorrijden.
• voorrijkosten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorjaarszon.
• spoorrijtuigen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spoorrijtuig.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: geen woord
• Frans WikiWoordenboek: 1 woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.