Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 15 woorden bevattend met OPDRUopdruk opdrukje opdrukjes opdrukken opdrukkend opdrukkende opdrukker opdrukkers opdrukkertje opdrukkertjes opdrukt opdrukte opdrukten topdrukte topdruktes 22 definities gevonden- opdruk — n. Een op een doek of verpakking door drukken aangebrachte tekst. — n. (Sport) een oefening waarbij men het lichaam met de handen… — n. (Muziek) het verhogen van de toon van een snaarinstrument…
- opdrukje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opdruk.
- opdrukjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opdruk.
- opdrukken — w. Wederkerend een krachtoefening uitvoeren waarbij men zich… — w. Overgankelijk door druk uit te oefenen iets verhogen. — w. Overgankelijk door druk uit te oefenen iets ergens op bevestigen.
- opdrukkend — w. Onvoltooid deelwoord van opdrukken.
- opdrukkende — w. Verbogen vorm van opdrukkend, het onvoltooid deelwoord van opdrukken.
- opdrukker — n. (Scheepvaart) klein duw- en sleepbootje. — n. Iemand die zich bij de gymnastiek opdrukt. — n. Iemand die ergens iets opdrukt (bedrukt).
- opdrukkers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opdrukker.
- opdrukkertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opdrukker.
- opdrukkertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opdrukker.
- opdrukt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdrukken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdrukken.
- opdrukte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opdrukken.
- opdrukten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opdrukken.
- topdrukte — n. Periode met de grootste drukte.
- topdruktes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord topdrukte.
|