Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 13 15 16 18 19
Er zijn 22 woorden bevattend met ORLEEdoorleef doorleefde doorleefden doorleeft doorleer doorleerde doorleerden doorleert doorlees doorleest voorleef voorleefde voorleefden voorleeft voorlees voorleesdag voorleesdagen voorleest voorleesverhaal voorleesverhaaltje voorleesverhaaltjes voorleesverhalen 35 definities gevonden- doorleef — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven. — w. Gebiedende wijs van doorleven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven.
- doorleefde — w. Enkelvoud verleden tijd van doorleven.
- doorleefden — w. Meervoud verleden tijd van doorleven.
- doorleeft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorleven.
- doorleer — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleren.
- doorleerde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorleren.
- doorleerden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van doorleren.
- doorleert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleren.
- doorlees — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlezen. — w. Gebiedende wijs van doorlezen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlezen.
- doorleest — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlezen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlezen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorlezen.
- voorleef — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleven.
- voorleefde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorleven.
- voorleefden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voorleven.
- voorleeft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleven.
- voorlees — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorlezen.
- voorleesdag — n. Een dag waarop voorgelezen wordt. — n. Een dag waarop speciaal aandacht is voor het voorlezen.
- voorleesdagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorleesdag.
- voorleest — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorlezen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorlezen.
- voorleesverhaal — n. Een opgeschreven geschiedenis die geschikt is om voorgelezen te worden. — n. Een opgeschreven geschiedenis die geschikt is om naar te luisteren.
- voorleesverhaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voorleesverhaal.
- voorleesverhaaltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord voorleesverhaal.
- voorleesverhalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorleesverhaal.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 2 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 11 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: 7 woorden
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|