Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13
Er zijn 19 woorden bevattend met OSSEEglosseem glosseer grosseer —— endosseer glosseert grosseert —— endosseert glosseerde grosseerde ingrosseer —— endosseerde glosseempje glosseerden grosseerden ingrosseert —— endosseerden glosseempjes ingrosseerde —— ingrosseerden 35 definities gevonden- glosseem — n. (Taalkunde) kleinste taaleenheid die een betekenis kan dragen.
- glosseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glosseren. — w. Gebiedende wijs van glosseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glosseren.
- grosseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grosseren. — w. Gebiedende wijs van grosseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grosseren.
- endosseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van endosseren. — w. Gebiedende wijs van endosseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van endosseren.
- glosseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glosseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glosseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van glosseren.
- grosseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grosseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grosseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van grosseren.
- endosseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van endosseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van endosseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van endosseren.
- glosseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van glosseren.
- grosseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van grosseren.
- ingrosseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ingrosseren. — w. Gebiedende wijs van ingrosseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ingrosseren.
- endosseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van endosseren.
- glosseempje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord glosseem.
- glosseerden — w. Meervoud verleden tijd van glosseren.
- grosseerden — w. Meervoud verleden tijd van grosseren.
- ingrosseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ingrosseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ingrosseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ingrosseren.
- endosseerden — w. Meervoud verleden tijd van endosseren.
- glosseempjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord glosseem.
- ingrosseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van ingrosseren.
- ingrosseerden — w. Meervoud verleden tijd van ingrosseren.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: geen woord
- Frans WikiWoordenboek: 215 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: 1 woord
- Duits WikiWoordenboek: 5 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|