Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 8 9 10 11 12 14 15 16
Er zijn 14 woorden bevattend met OEFENTbeoefent inoefent oefent oefenterrein oefenterreinen oefenterreintje oefenterreintjes oefentijd oefentijden oefent␣in oefentoets oefentoetsen oefent␣uit uitoefent 28 definities gevonden- beoefent — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beoefenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beoefenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beoefenen.
- inoefent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inoefenen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inoefenen.
- oefent — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oefenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oefenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van oefenen.
- oefenterrein — n. Terrein voor militaire oefeningen. — n. Sportterrein, trainingsveld, entrainement. — n. Plaats waar men een vaardigheid kan uitproberen.
- oefenterreinen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oefenterrein.
- oefenterreintje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord oefenterrein.
- oefenterreintjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord oefenterrein.
- oefentijd — n. Een periode die nodig is om iets te oefenen. — n. De periode in iemands leven dat je kunt oefenen. — n. De tijden die je behaalt tijdens het oefenen van iets.
- oefentijden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oefentijd.
- oefent␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitoefenen.
- oefentoets — n. (Onderwijs) reeks opgaven om na te gaan of bepaalde lesstof…
- oefentoetsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oefentoets.
- oefent␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitoefenen.
- uitoefent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen.
|