Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 17 18 20 21
Er zijn 22 woorden bevattend met ONTHAAonthaal onthaalde onthaalden onthaalmedewerker onthaalmedewerkers onthaalmedewerkertje onthaalmedewerkertjes onthaalmoeder onthaalmoeders onthaalouder onthaalouders onthaalt onthaar onthaarde onthaarden onthaart onthaasten onthaastend onthaastende onthaastte onthaastten teleonthaal 30 definities gevonden- onthaal — n. De manier waarop men iemand als gast ontvangt. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthalen. — w. Gebiedende wijs van onthalen.
- onthaalde — w. Enkelvoud verleden tijd van onthalen.
- onthaalden — w. Meervoud verleden tijd van onthalen.
- onthaalmedewerker — n. (Beroep) medewerker van een organisatie die de mensen die binnen…
- onthaalmedewerkers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord onthaalmedewerker.
- onthaalmedewerkertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord onthaalmedewerker.
- onthaalmedewerkertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord onthaalmedewerker.
- onthaalmoeder — n. Vrouw die als beroep een klein aantal kinderen in haar woning opvangt.
- onthaalmoeders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord onthaalmoeder.
- onthaalouder — n. Iemand die tegen betaling op kinderen past in zijn of haar eigen woning.
- onthaalouders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord onthaalouder.
- onthaalt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van onthalen.
- onthaar — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontharen. — w. Gebiedende wijs van ontharen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontharen.
- onthaarde — w. Enkelvoud verleden tijd van ontharen.
- onthaarden — w. Meervoud verleden tijd van ontharen.
- onthaart — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontharen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontharen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontharen.
- onthaasten — w. Bewust kiezen voor ontspanning.
- onthaastend — w. Onvoltooid deelwoord van onthaasten.
- onthaastende — w. Verbogen vorm van onthaastend, het onvoltooid deelwoord van onthaasten.
- onthaastte — w. Enkelvoud verleden tijd van onthaasten.
- onthaastten — w. Meervoud verleden tijd van onthaasten.
- teleonthaal — n. Telefonische dienst voor hulpverlening bij levensmoeilijkheden.
|