Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12
Er zijn 16 woorden bevattend met ONTZEGontzeg —— ontzegt —— ontzegde ontzegel —— ontzegden ontzegelt ontzeggen —— ontzegelde ontzegelen ontzeggend ontzegging —— ontzegelden ontzegelend ontzeggende —— ontzegelende ontzeggingen 26 definities gevonden- ontzeg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzeggen. — w. Gebiedende wijs van ontzeggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzeggen.
- ontzegt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzeggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzeggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontzeggen.
- ontzegde — w. Enkelvoud verleden tijd van ontzeggen.
- ontzegel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzegelen. — w. Gebiedende wijs van ontzegelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzegelen.
- ontzegden — w. Meervoud verleden tijd van ontzeggen.
- ontzegelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzegelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzegelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontzegelen.
- ontzeggen — w. Overgankelijk iemand iets ~: een toelating weigeren of intrekken. — w. Wederkerend zich ~ afzien van het genot of gebruik van iets.
- ontzegelde — w. Enkelvoud verleden tijd van ontzegelen.
- ontzegelen — w. Openbaar maken wat aanvankelijk hermetisch was afgesloten voor…
- ontzeggend — w. Onvoltooid deelwoord van ontzeggen.
- ontzegging — n. Zichzelf of anderen iets niet geven of laten gebruiken. — n. Zichzelf of iemand anders iets verbieden.
- ontzegelden — w. Meervoud verleden tijd van ontzegelen.
- ontzegelend — w. Onvoltooid deelwoord van ontzegelen.
- ontzeggende — w. Verbogen vorm van ontzeggend, het onvoltooid deelwoord van ontzeggen.
- ontzegelende — w. Verbogen vorm van ontzegelend, het onvoltooid deelwoord van ontzegelen.
- ontzeggingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ontzegging.
|