|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 14 17
Er zijn 19 woorden bevattend met OORKOMbauxietvoorkomens doorkom doorkomen doorkomend doorkomende doorkomst doorkomsten doorkomt veelvoorkomend voorkom voorkome voorkomen voorkómen vóórkomen voorkomend voorkomende voorkomendheid voorkoming voorkomt 35 definities gevonden- bauxietvoorkomens — n. Aluminiumerts dat op een bepaalde plaats wordt gevonden.
- doorkom — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorkomen.
- doorkomen — w. Zichtbaar worden. — w. Door iets heen gaan, iets tot een einde kunnen brengen. — w. Iets doorstaan.
- doorkomend — w. Onvoltooid deelwoord van doorkomen.
- doorkomende — w. Verbogen vorm van doorkomend, het onvoltooid deelwoord van doorkomen.
- doorkomst — n. Ergens voorbijgaan tijdens een wedstrijd of reis.
- doorkomsten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord doorkomst.
- doorkomt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorkomen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorkomen.
- veelvoorkomend — bijv. Van iets dat het heel vaak aanwezig is.
- voorkom — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorkomen. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorkomen. — w. Gebiedende wijs van voorkomen.
- voorkome — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van voorkomen.
- voorkomen — w. Inergatief met regelmaat ergens te vinden zijn. — w. Ergatief voor het gerecht verschijnen. — w. Ergatief soms gebeuren.
- voorkómen — w. Voorkomen, verhinderen (als in de zin benadrukt wordt dat iets… — w. Voorkomen (om het onderscheid aan te geven met het scheidbare…
- vóórkomen — w. Voorkomen, (om het onderscheid aan te geven met het niet-scheidbare… — n. Voorkomen, hoe men eruitziet.
- voorkomend — w. Onvoltooid deelwoord van vóórkomen. — bijv. (Sport) een voorsprong behalend. — bijv. Gebeurend, zich voordoend.
- voorkomende — w. Verbogen vorm van voorkomend, het onvoltooid deelwoord van vóórkomen. — w. Verbogen vorm van voorkomend, het onvoltooid deelwoord van voorkómen. — w. Bijwoordelijk gebruikt.
- voorkomendheid — n. Het beleefd, hoffelijk en vriendelijk zijn.
- voorkoming — n. Zorgen dat iets voorkomen wordt, dus niet gebeurt. — n. Preventie, verhindering.
- voorkomt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorkomen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorkomen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorkomen.
| |