|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 16 17 18
Er zijn 23 woorden bevattend met OPSCHIopschiet opschieten opschietend opschietende opschik opschikje opschikjes opschikken opschikkend opschikkende opschikt opschikte opschikten opschilder opschilderde opschilderden opschilderen opschilderend opschildert overhoopschiet overhoopschieten overhoopschietend overhoopschietende 34 definities gevonden- opschiet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschieten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschieten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschieten.
- opschieten — w. Haast maken. — w. Ergatief vorderingen maken. — w. Overgankelijk (scheepvaart) een touw of kabel oprollen.
- opschietend — w. Onvoltooid deelwoord van opschieten.
- opschietende — w. Verbogen vorm van opschietend, het onvoltooid deelwoord van opschieten.
- opschik — n. Tooi, versiering. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschikken.
- opschikje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opschik.
- opschikjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opschik.
- opschikken — w. Door opschuiven plaats maken voor iemand. — w. Iets mooier maken.
- opschikkend — w. Onvoltooid deelwoord van opschikken.
- opschikkende — w. Verbogen vorm van opschikkend, het onvoltooid deelwoord van opschikken.
- opschikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschikken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschikken.
- opschikte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opschikken.
- opschikten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opschikken.
- opschilder — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschilderen.
- opschilderde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opschilderen.
- opschilderden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opschilderen.
- opschilderen — w. Het opnieuw voorzien van een laag verf. — w. Alle verf die men heeft gebruiken zodat er niets meer overblijft.
- opschilderend — w. Onvoltooid deelwoord van opschilderen.
- opschildert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschilderen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschilderen.
- overhoopschiet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- overhoopschieten — w. Overgankelijk op onbezonnen wijze iemand met een schietwapen…
- overhoopschietend — w. Onvoltooid deelwoord van overhoopschieten.
- overhoopschietende — w. Verbogen vorm van overhoopschietend, het onvoltooid deelwoord…
| |