Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden bevattend met ORBEHOvoorbehoed voorbehoedde voorbehoedden voorbehoeden voorbehoedend voorbehoedende voorbehoedmiddel voorbehoedmiddelen voorbehoedmiddeltje voorbehoedmiddeltjes voorbehoedsmiddel voorbehoedsmiddelen voorbehoedsmiddeltje voorbehoedsmiddeltjes voorbehoedt voorbehou voorbehoud voorbehouden voorbehoudend voorbehoudende voorbehoudje voorbehoudjes voorbehoudt 29 definities gevonden- voorbehoed — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbehoeden.
- voorbehoedde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorbehoeden.
- voorbehoedden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voorbehoeden.
- voorbehoeden — w. Voorzorgen treffen tegen iets.
- voorbehoedend — w. Onvoltooid deelwoord van voorbehoeden. — bijv. Van iets dat het zorgt dat iets vervelends of iets dat ongewenst…
- voorbehoedende — w. Verbogen vorm van voorbehoedend, het onvoltooid deelwoord van voorbehoeden.
- voorbehoedmiddel — n. Middel ter voorkoming van zwangerschap.
- voorbehoedmiddelen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorbehoedmiddel.
- voorbehoedmiddeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voorbehoedmiddel.
- voorbehoedmiddeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord voorbehoedmiddel.
- voorbehoedsmiddel — n. Een middel dat verhinderen moet dat er een kind verwekt wordt…
- voorbehoedsmiddelen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorbehoedsmiddel.
- voorbehoedsmiddeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voorbehoedsmiddel.
- voorbehoedsmiddeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord voorbehoedsmiddel.
- voorbehoedt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbehoeden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbehoeden.
- voorbehou — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbehouden.
- voorbehoud — n. Noodzakelijke voorwaarde die indien afwezig ervoor zorgt dat… — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbehouden.
- voorbehouden — w. Overgankelijk in reserve houden, slechts voor een bepaald doel bestemmen. — w. Wederkerend zich iets ~ een recht opeisen. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorbehoud.
- voorbehoudend — w. Onvoltooid deelwoord van voorbehouden.
- voorbehoudende — w. Verbogen vorm van voorbehoudend, het onvoltooid deelwoord van voorbehouden.
- voorbehoudje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voorbehoud.
- voorbehoudjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord voorbehoud.
- voorbehoudt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbehouden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbehouden.
|