|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 21 woorden bevattend met ORDINEcoördineer coördineerde coördineerden coördineert coördineren coördinerend coördinerende ordineer ordineerde ordineerden ordineert ordineren ordinerend ordinerende subordineer subordineerde subordineerden subordineert subordineren subordinerend subordinerende 34 definities gevonden- coördineer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coördineren. — w. Gebiedende wijs van coördineren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coördineren.
- coördineerde — w. Enkelvoud verleden tijd van coördineren.
- coördineerden — w. Meervoud verleden tijd van coördineren.
- coördineert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coördineren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coördineren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van coördineren.
- coördineren — w. Overgankelijk zo organiseren dat alles en iedereen goed kan samenwerken.
- coördinerend — w. Onvoltooid deelwoord van coördineren. — bijv. Met betrekking op het regelen en organiseren van de samenwerking…
- coördinerende — w. Verbogen vorm van coördinerend, het onvoltooid deelwoord van coördineren.
- ordineer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ordineren. — w. Gebiedende wijs van ordineren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ordineren.
- ordineerde — w. Enkelvoud verleden tijd van ordineren.
- ordineerden — w. Meervoud verleden tijd van ordineren.
- ordineert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ordineren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ordineren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ordineren.
- ordineren — w. (Religie) overgankelijk de priesterwijding geven.
- ordinerend — w. Onvoltooid deelwoord van ordineren.
- ordinerende — w. Verbogen vorm van ordinerend, het onvoltooid deelwoord van ordineren.
- subordineer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van subordineren. — w. Gebiedende wijs van subordineren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van subordineren.
- subordineerde — w. Enkelvoud verleden tijd van subordineren.
- subordineerden — w. Meervoud verleden tijd van subordineren.
- subordineert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van subordineren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van subordineren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van subordineren.
- subordineren — w. Overgankelijk onderschikken, ondergeschikt maken aan.
- subordinerend — w. Onvoltooid deelwoord van subordineren.
- subordinerende — w. Verbogen vorm van subordinerend, het onvoltooid deelwoord van subordineren.
Zie deze lijst voor:
| |