Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zevende letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  8  9  10  11  12  13  14  15

Er zijn 22 woorden bevattend met ORRIJD

doorrijd  doorrijden  doorrijdend  doorrijdende  doorrijdt  motorrijd  motorrijden  motorrijdend  motorrijdende  motorrijder  motorrijders  motorrijdertje  motorrijdertjes  motorrijdster  motorrijdsters  voorrijd  voorrijden  voorrijdend  voorrijdende  voorrijder  voorrijders  voorrijdt

31 definities gevonden

• doorrijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorrijden.
• doorrijden — w. Ergatief voortgaan met rijden; niet stoppen. — w. Sneller rijden. — w. Door een voorwerp heen rijden.
• doorrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van doorrijden.
• doorrijdende — w. Verbogen vorm van doorrijdend, het onvoltooid deelwoord van doorrijden.
• doorrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorrijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorrijden.
• motorrijd — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van motorrijden. — w. Gebiedende wijs van motorrijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van motorrijden.
• motorrijden — w. Rijden op een motorfiets.
• motorrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van motorrijden.
• motorrijdende — w. Verbogen vorm van motorrijdend, het onvoltooid deelwoord van motorrijden.
• motorrijder — n. Berijder van een motorfiets.
• motorrijders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord motorrijder.
• motorrijdertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord motorrijder.
• motorrijdertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord motorrijder.
• motorrijdster — n. Berijdster van een motorfiets.
• motorrijdsters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord motorrijdster.
• voorrijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorrijden.
• voorrijden — w. Onovergankelijk vooraan rijden. — w. Overgankelijk voor de deur komen met een voertuig.
• voorrijdend — w. Onvoltooid deelwoord van voorrijden.
• voorrijdende — w. Verbogen vorm van voorrijdend, het onvoltooid deelwoord van voorrijden.
• voorrijder — n. (Paardrijden) iemand die op het voorste paard zit van een groep… — n. (Wielrennen) iemand die op het voorste zadel van een tandem zit. — n. (Wielrennen) iemand die een groep fietsers lijdt.
• voorrijders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorrijder.
• voorrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorrijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorrijden.

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.