|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 10 11 12 13 14 15
Er zijn 24 woorden bevattend met OBILISEdemobiliseer demobiliseerde demobiliseerden demobiliseert demobiliseren demobiliserend demobiliserende immobiliseer immobiliseerde immobiliseerden immobiliseert immobiliseren immobiliserend immobiliserende mobiliseer mobiliseerbaar mobiliseerde mobiliseerden mobiliseert mobiliseren mobiliserend mobiliserende mobilisering mobiliseringen 40 definities gevonden- demobiliseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demobiliseren. — w. Gebiedende wijs van demobiliseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demobiliseren.
- demobiliseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van demobiliseren.
- demobiliseerden — w. Meervoud verleden tijd van demobiliseren.
- demobiliseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demobiliseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van demobiliseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van demobiliseren.
- demobiliseren — w. (Militair) (politiek) tot vredessterkte terugbrengen. — w. Uit de krijgsdienst ontslaan. — w. (Juridisch) (roerend goed) tot onroerend verklaren.
- demobiliserend — w. Onvoltooid deelwoord van demobiliseren.
- demobiliserende — w. Verbogen vorm van demobiliserend, het onvoltooid deelwoord van demobiliseren.
- immobiliseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van immobiliseren. — w. Gebiedende wijs van immobiliseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van immobiliseren.
- immobiliseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van immobiliseren.
- immobiliseerden — w. Meervoud verleden tijd van immobiliseren.
- immobiliseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van immobiliseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van immobiliseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van immobiliseren.
- immobiliseren — w. (Medisch) het onbeweeglijk maken van gekwetste ledematen. — w. Zorgen dat iets niet meer verplaatst kan worden.
- immobiliserend — w. Onvoltooid deelwoord van immobiliseren.
- immobiliserende — w. Verbogen vorm van immobiliserend, het onvoltooid deelwoord van immobiliseren.
- mobiliseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mobiliseren. — w. Gebiedende wijs van mobiliseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mobiliseren.
- mobiliseerbaar — bijv. Activeerbaar, op afroep aanzetten tot een bepaalde activiteit.
- mobiliseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van mobiliseren.
- mobiliseerden — w. Meervoud verleden tijd van mobiliseren.
- mobiliseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mobiliseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mobiliseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van mobiliseren.
- mobiliseren — w. Optrommelen en inschakelen van helpers, actiebereid maken van geestverwanten. — w. (Militair) (politiek) gevechtsklaar maken van legeronderdelen.
- mobiliserend — w. Onvoltooid deelwoord van mobiliseren.
- mobiliserende — w. Verbogen vorm van mobiliserend, het onvoltooid deelwoord van mobiliseren.
- mobilisering — n. Zaken of mensen in gereedheid brengen om een bepaalde actie uit te voeren.
- mobiliseringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord mobilisering.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 17 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 359 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |