Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Er zijn 25 woorden bevattend met ONGELIJongelijk ongelijkbenig ongelijkheden ongelijkheid ongelijkheidje ongelijkheidjes ongelijkmatig ongelijkvloers ongelijkvormig ongelijkwaardig ongelijkwaardigheden ongelijkwaardigheid ongelijmd ongelijnd rechtsongelijkheden rechtsongelijkheid verongelijk verongelijken verongelijkend verongelijkende verongelijkt verongelijkte verongelijkten verongelijktheden verongelijktheid 34 definities gevonden- ongelijk — n. Ongelijk hebben: iets niet goed of op een verkeerde manier begrijpen. — bijv. Niet met elkaar overeenstemmend, verschillend. — bijv. Oneffen.
- ongelijkbenig — bijv. (Meetkunde) (van een driehoek) met drie zijden die elk een…
- ongelijkheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ongelijkheid.
- ongelijkheid — n. (Politiek) het door de staat voortrekken van de een en achterstellen… — n. (Wiskunde) een uitdrukking die weergeeft dat een grootheid…
- ongelijkheidje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ongelijkheid.
- ongelijkheidjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ongelijkheid.
- ongelijkmatig — bijv. Op een onregelmatige manier wisselend.
- ongelijkvloers — bijv. Niet op hetzelfde niveau (als het maaiveld).
- ongelijkvormig — bijv. Leden van een verzameling die een verschillende vorm hebben.
- ongelijkwaardig — bijv. Niet van onderling gelijke waarde.
- ongelijkwaardigheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ongelijkwaardigheid.
- ongelijkwaardigheid — n. Van verschillende waarde.
- ongelijmd — bijv. Zonder dat er lijm is gebruikt.
- ongelijnd — bijv. Van papier dat het geen voorbedrukte lijnen bevat. — bijv. Vrij en ongedwongen. — bijv. Van een hond dat deze geen hondenriem om heeft.
- rechtsongelijkheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rechtsongelijkheid.
- rechtsongelijkheid — n. Dat gelijke gevallen door de rechterlijke macht toch ongelijk…
- verongelijk — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verongelijken. — w. Gebiedende wijs van verongelijken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verongelijken.
- verongelijken — w. Onrechtvaardig behandelen.
- verongelijkend — w. Onvoltooid deelwoord van verongelijken.
- verongelijkende — w. Verbogen vorm van verongelijkend, het onvoltooid deelwoord van verongelijken.
- verongelijkt — bijv. Boos door vermeend onrecht. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verongelijken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verongelijken.
- verongelijkte — w. Enkelvoud verleden tijd van verongelijken.
- verongelijkten — w. Meervoud verleden tijd van verongelijken.
- verongelijktheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord verongelijktheid.
- verongelijktheid — n. Het zich tekort gedaan voelen.
|