Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 10 11 12 13 14 15 19
Er zijn 15 woorden bevattend met OORUITZvooruitzag vooruitzagen vooruitzet vooruitzette vooruitzetten vooruitzettend vooruitzettende vooruitzicht vooruitzichten vooruitzie vooruitzien vooruitziend vooruitziende vooruitziet weersvooruitzichten 22 definities gevonden- vooruitzag — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vooruitzien.
- vooruitzagen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van vooruitzien.
- vooruitzet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzetten.
- vooruitzette — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vooruitzetten. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs…
- vooruitzetten — w. Overgankelijk naar voren zetten.
- vooruitzettend — w. Onvoltooid deelwoord van vooruitzetten.
- vooruitzettende — w. Verbogen vorm van vooruitzettend, het onvoltooid deelwoord van vooruitzetten.
- vooruitzicht — n. Datgene wat men redelijkerwijs te verwachten heeft in de naaste toekomst.
- vooruitzichten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vooruitzicht.
- vooruitzie — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzien. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs…
- vooruitzien — n. Naar het toekomstige kijken. — w. Inergatief naar het toekomstige kijken.
- vooruitziend — w. Onvoltooid deelwoord van vooruitzien. — bijv. Rekening houdend met de toekomst.
- vooruitziende — w. Verbogen vorm van vooruitziend, het onvoltooid deelwoord van vooruitzien.
- vooruitziet — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzien.
- weersvooruitzichten — n. Het weer dat verwacht wordt.
|