|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13
Er zijn 16 woorden bevattend met OPSCHORopschoren opschors opschorsen opschorsend opschorsende opschorst opschorste opschorsten opschort opschorten opschortend opschortende opschorting opschortingen opschortte opschortten 19 definities gevonden- opschoren — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opscheren.
- opschors — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschorsen.
- opschorsen — w. Opschorten.
- opschorsend — w. Onvoltooid deelwoord van opschorsen.
- opschorsende — w. Verbogen vorm van opschorsend, het onvoltooid deelwoord van opschorsen.
- opschorst — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschorsen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschorsen.
- opschorste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opschorsen.
- opschorsten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opschorsen.
- opschort — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschorten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschorten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschorten.
- opschorten — w. Overgankelijk uitstellen.
- opschortend — w. Onvoltooid deelwoord van opschorten.
- opschortende — w. Verbogen vorm van opschortend, het onvoltooid deelwoord van opschorten.
- opschorting — n. Tijdelijk of blijvend buiten werking stellen van iets, of het…
- opschortingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opschorting.
- opschortte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opschorten.
- opschortten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opschorten.
| |