|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een negende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden bevattend met OVERTUIGovertuig —— overtuigd overtuige overtuigt —— overtuigde overtuigen —— overtuigden overtuigend overtuiging —— overtuigende —— overtuigingen overtuiginkje —— overtuiginkjes —— levensovertuiging —— geloofsovertuiging overtuigingskracht —— levensovertuigingen —— geloofsovertuigingen geloofsovertuiginkje overtuigingskrachten —— geloofsovertuiginkjes 34 definities gevonden- overtuig — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtuigen. — w. Gebiedende wijs van overtuigen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtuigen.
- overtuigd — bijv. (Scheepvaart) met te veel zeil voor de weersomstandigheden. — bijv. Zeker in zijn denkwijze.
- overtuige — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van overtuigen.
- overtuigt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overtuigen.
- overtuigde — w. Enkelvoud verleden tijd van overtuigen. — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overtuigen.
- overtuigen — w. Overgankelijk met argumenten tot andere visies brengen. — w. Overgankelijk (scheepvaart) een zeilschip tuigen met te veel zeiloppervlak. — w. Inergatief (scheepvaart) een ander tuig opzetten, met name bij een zeilplank.
- overtuigden — w. Meervoud verleden tijd van overtuigen. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van overtuigen.
- overtuigend — bijv. Zodanig dat men overtuigd wordt; zodanig dat men de inhoud… — w. Onvoltooid deelwoord van overtuigen.
- overtuiging — n. Een sterke mening of geloof. — n. Met overtuiging: krachtig, zelfverzekerd.
- overtuigende — w. Verbogen vorm van overtuigend, het onvoltooid deelwoord van overtuigen.
- overtuigingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overtuiging.
- overtuiginkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord overtuiging.
- overtuiginkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord overtuiging.
- levensovertuiging — n. (Filosofie) hoe je vindt dat het leven geleefd zou moeten worden. — n. Levensbeschouwing, levensopvatting, wereldbeschouwing.
- geloofsovertuiging — n. Het zekere weten zonder waarneming, vaak betrekking hebbend… — n. Religie, godsdienst.
- overtuigingskracht — n. Vermogen om anderen tot jouw opvatting te brengen Het woord…
- levensovertuigingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord levensovertuiging.
- geloofsovertuigingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord geloofsovertuiging.
- geloofsovertuiginkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord geloofsovertuiging.
- overtuigingskrachten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overtuigingskracht.
- geloofsovertuiginkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord geloofsovertuiging.
| |