Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden van 6 letters bevattend met

Snelle modus

Klik om een vierde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat3456789101112131415161718192021


Er zijn 22 woorden van zes letters bevattend met PIJ

bepijlharpijnapijnoppijpPepijnpijlenpijlerpijndepijnenpijnigpijpenpijperpijpjepijp␣oppijptepijtjespijdespijenspijerspijstspijtstapijt

36 definities gevonden

  • bepijl — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepijlen. — w. Gebiedende wijs van bepijlen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepijlen.
  • harpij — n. (Mythologie) fabeldier uit de Griekse mythologie. — n. (Vogels) Harpia harpyja grootste arend van Zuid-Amerika behorend… — n. (Scheldwoord) feeks.
  • napijn — n. Een pijn die aanwezig blijft nadat de oorzaak van de pijn is…
  • oppijp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppijpen.
  • Pepijn — eig. (Mannelijke naam) jongensnaam.
  • pijlen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pijl.
  • pijler — n. Zuil, pilaar.
  • pijnde — w. Enkelvoud verleden tijd van pijnen.
  • pijnen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pijn.
  • pijnig — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pijnigen. — w. Gebiedende wijs van pijnigen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pijnigen.
  • pijpen — w. Overgankelijk (muziek) een melodie spelen op de speelpijp van… — w. Overgankelijk (seksualiteit) een man oraal bevredigen. — w. Inergatief tabak roken.
  • pijper — n. Iemand die pijpt (op een muziekinstrument blaast).
  • pijpje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pijp.
  • pijp␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppijpen. — w. Gebiedende wijs van oppijpen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppijpen.
  • pijpte — w. Enkelvoud verleden tijd van pijpen.
  • pijtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pij.
  • spijde — w. Enkelvoud verleden tijd van spijen.
  • spijen — w. (Verouderd) overgankelijk spugen, uit de mond werpen. — w. (Verouderd) overgankelijk braken, overgeven.
  • spijer — n. Iemand die spuwt. — n. (Bouwkunde) voorziening die ervoor zorgt dat water niet langs…
  • spijst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spijzen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spijzen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van spijzen.
  • spijts — voorz. Ondanks.
  • tapijt — n. (Textielindustrie), (wonen) vloerbedekking van textiel die…
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven

Zie deze lijst voor:

  • Engels WikiWoordenboek: geen woord
  • Frans WikiWoordenboek: geen woord
  • Spaans WikiWoordenboek: 2 woorden
  • Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
  • Duits WikiWoordenboek: geen woord
  • Portugees WikiWoordenboek: 1 woord


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.