|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Er zijn 23 woorden bevattend met PFRopfris —— opfrist —— opfriste —— opfrissen opfrisser opfristen —— opfrissend opfrissers —— opfrissende —— heropfrissen heupfractuur opfriscursus opfrissertje —— heropfrissing heupfracturen opfrissertjes —— opfrisbruiloft opfriscursusje —— heropfrissingen opfriscursusjes opfriscursussen —— opfrisbruiloften —— aankoopfrequentie 27 definities gevonden- opfris — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opfrissen.
- opfrist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opfrissen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opfrissen.
- opfriste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opfrissen.
- opfrissen — w. Fris maken, prettiger leefbaar of toonbaarder maken. — w. Opnieuw paraat hebben wat je eerder hebt geweten, in geheugen roepen.
- opfrisser — n. Een middel om weer afgekoeld te raken na zware inspanning.
- opfristen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opfrissen.
- opfrissend — w. Onvoltooid deelwoord van opfrissen.
- opfrissers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opfrisser.
- opfrissende — w. Verbogen vorm van opfrissend, het onvoltooid deelwoord van opfrissen.
- heropfrissen — w. Opnieuw paraat hebben wat je eerder hebt geweten, in geheugen roepen. — w. Opnieuw fris maken, prettiger leefbaar of toonbaarder maken.
- heupfractuur — n. (Medisch) bij deze fractuur gaat het meestal om een botbreuk…
- opfriscursus — n. Vervolgcursus waarbij eerder opgedane kennis en vaardigheden…
- opfrissertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opfrisser.
- heropfrissing — n. Opnieuw vernieuwen; opnieuw modern maken. — n. Opnieuw in de herinnering brengen; iets opnieuw leren.
- heupfracturen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord heupfractuur.
- opfrissertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opfrisser.
- opfrisbruiloft — n. Na 25 of 50 jaar de huwelijksceremonie nog eens overdoen.
- opfriscursusje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opfriscursus.
- heropfrissingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord heropfrissing.
- opfriscursusjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opfriscursus.
- opfriscursussen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opfriscursus.
- opfrisbruiloften — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opfrisbruiloft.
- aankoopfrequentie — n. Het aantal aankopen dat men per tijdseenheid doet.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 79 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 30 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 216 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |