|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Er zijn 25 woorden van acht letters bevattend met PLAKaanplakt afplakte beplakte inplakte opplakte plakband plakboek plakkaat plakkend plakkers plakrand plaksels plakt␣aan plakte␣af plakte␣in plakte␣op plakt␣vol plak␣vast plakwerk plak␣wild plakzode tandplak vastplak volplakt wildplak 38 definities gevonden- aanplakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanplakken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanplakken.
- afplakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afplakken.
- beplakte — w. Enkelvoud verleden tijd van beplakken.
- inplakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inplakken.
- opplakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opplakken.
- plakband — n. Een lintvormige drager die aan één of beide zijden bedekt is…
- plakboek — n. Boek waarin met plaatjes kan plakken.
- plakkaat — n. Aanplakbiljet, affiche, poster. — n. (Geschiedenis) officiële bekendmaking van de overheid. — n. Vlek, klodder.
- plakkend — w. Onvoltooid deelwoord van plakken.
- plakkers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plakker.
- plakrand — n. Een rand waarmee voorwerpen, bijvoorbeeld enveloppen, kunnen worden gesloten.
- plaksels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plaksel.
- plakt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanplakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanplakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanplakken.
- plakte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afplakken.
- plakte␣in — w. Enkelvoud verleden tijd van inplakken.
- plakte␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opplakken.
- plakt␣vol — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volplakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volplakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van volplakken.
- plak␣vast — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastplakken. — w. Gebiedende wijs van vastplakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastplakken.
- plakwerk — n. Van een tekst dat deze gemaakt is door het kopiëren (van gedeelten)… — n. Een knutSelwerkje gemaakt door plakken.
- plak␣wild — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wildplakken. — w. Gebiedende wijs van wildplakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wildplakken.
- plakzode — n. (Waterbeheer) platte, dunne graszode, als bekleding van een dijk.
- tandplak — n. (Medisch) tandaanslag.
- vastplak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastplakken.
- volplakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volplakken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volplakken.
- wildplak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wildplakken.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 3 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 4 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |