|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 25 woorden bevattend met PARRsparren —— sparrend sparring —— sparrende sparretje —— sparrenbos sparretjes —— fijnsparren sparrenboom —— blauwsparren kerstsparren sparrenbomen sparrenbosje sparrengroen —— sparrenbosjes sparrenbossen zilversparren —— blauwsparretje sparrenboompje —— blauwsparretjes sparrenboompjes sparringpartner zilversparretje —— sparringpartners zilversparretjes 28 definities gevonden- sparren — w. Inergatief met een tegenstander oefenen (zonder door te stoten), trainen. — w. Inergatief (figuurlijk) informeel met iemand overleggen over… — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spar.
- sparrend — w. Onvoltooid deelwoord van sparren.
- sparring — n. Het sparren.
- sparrende — w. Verbogen vorm van sparrend, het onvoltooid deelwoord van sparren.
- sparretje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spar.
- sparrenbos — n. Een bos dat vooral sparren bevat.
- sparretjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord spar.
- fijnsparren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fijnspar.
- sparrenboom — n. (Plantkunde) een spar Picea.
- blauwsparren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord blauwspar.
- kerstsparren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kerstspar.
- sparrenbomen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sparrenboom.
- sparrenbosje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sparrenbos.
- sparrengroen — n. (Kleur) het groen van de naalden van een spar.
- sparrenbosjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord sparrenbos.
- sparrenbossen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sparrenbos.
- zilversparren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zilverspar.
- blauwsparretje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blauwspar.
- sparrenboompje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sparrenboom.
- blauwsparretjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord blauwspar.
- sparrenboompjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord sparrenboom.
- sparringpartner — n. (Sport) oefenpartner voor boksers, judoka’s enz. — n. Iemand om mee te overleggen, om ideeën, standpunten op uit…
- zilversparretje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zilverspar.
- sparringpartners — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sparringpartner.
- zilversparretjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zilverspar.
Zie deze lijst voor:
| |