|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12
Er zijn 24 woorden bevattend met PEIGafgepeigerd afpeiger afpeigerde afpeigerden afpeigeren afpeigerend afpeigerende afpeigert peiger peiger␣af peigerde peigerde␣af peigerden peigerden␣af peigeren peigeren␣af peigerend peigerende peigert peigert␣af peignoir peignoirs peignoirtje peignoirtjes 34 definities gevonden- afgepeigerd — bijv. (Informeel) uitgeput, afgemat, dodelijk vermoeid.
- afpeiger — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeigeren.
- afpeigerde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afpeigeren.
- afpeigerden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afpeigeren.
- afpeigeren — w. Overgankelijk (Jiddisch-Hebreeuws) (informeel) afmatten, dodelijk…
- afpeigerend — w. Onvoltooid deelwoord van afpeigeren.
- afpeigerende — w. Verbogen vorm van afpeigerend, het onvoltooid deelwoord van afpeigeren.
- afpeigert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeigeren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeigeren.
- peiger — bijv. (Jiddisch-Hebreeuws) dood, kapot. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peigeren. — w. Gebiedende wijs van peigeren.
- peiger␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeigeren. — w. Gebiedende wijs van afpeigeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeigeren.
- peigerde — w. Enkelvoud verleden tijd van peigeren.
- peigerde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afpeigeren.
- peigerden — w. Meervoud verleden tijd van peigeren.
- peigerden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afpeigeren.
- peigeren — w. (Jiddisch-Hebreeuws) doodgaan, sterven, creperen.
- peigeren␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afpeigeren.
- peigerend — w. Onvoltooid deelwoord van peigeren.
- peigerende — w. Verbogen vorm van peigerend, het onvoltooid deelwoord van peigeren.
- peigert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peigeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peigeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van peigeren.
- peigert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeigeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeigeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afpeigeren.
- peignoir — n. (Kleding) kamerjas voor vrouwen. — n. (Kleding) ochtendjas, badjas die je over een pyjama draagt.
- peignoirs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord peignoir.
- peignoirtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord peignoir.
- peignoirtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord peignoir.
Zie deze lijst voor:
| |