Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 20
Er zijn 22 woorden bevattend met PIJZamandelspijzen appelspijzen banketbakkersspijzen godenspijzen klokspijzen lokspijzen meelspijze meelspijzen schraapijzer schraapijzers schraapijzertje schraapijzertjes spijzen spijzend spijzig spijzigde spijzigden spijzigen spijzigend spijzigende spijzigt toespijzen 26 definities gevonden- amandelspijzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord amandelspijs.
- appelspijzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord appelspijs.
- banketbakkersspijzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord banketbakkersspijs.
- godenspijzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord godenspijs.
- klokspijzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord klokspijs.
- lokspijzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord lokspijs.
- meelspijze — n. Een van meel vervaardigd voedsel, bijv. mie.
- meelspijzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord meelspijs.
- schraapijzer — n. (Gereedschap) gereedschap met scherpe kanten om te schrappen.
- schraapijzers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schraapijzer.
- schraapijzertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schraapijzer.
- schraapijzertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schraapijzer.
- spijzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spijs.
- spijzend — w. Onvoltooid deelwoord van spijzen.
- spijzig — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spijzigen. — w. Gebiedende wijs van spijzigen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spijzigen.
- spijzigde — w. Enkelvoud verleden tijd van spijzigen.
- spijzigden — w. Meervoud verleden tijd van spijzigen.
- spijzigen — w. Overgankelijk van een maaltijd voorzien.
- spijzigend — w. Onvoltooid deelwoord van spijzigen.
- spijzigende — w. Verbogen vorm van spijzigend, het onvoltooid deelwoord van spijzigen.
- spijzigt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spijzigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spijzigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van spijzigen.
- toespijzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord toespijs.
|