|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 6 7 9 10 11 12 13
Er zijn 24 woorden bevattend met PLODdieploden diplodocus diplodocusje diplodocusjes diplodocussen explodeer explodeerde explodeerden explodeert exploderen exploderend exploderende implodeer implodeerde implodeerden implodeert imploderen imploderend imploderende plod plodde plodden ploddende werploden 38 definities gevonden- dieploden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dieplood.
- diplodocus — n. (Biologie) (geschiedenis) zeer grote, plantenetende dinosauriër…
- diplodocusje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord diplodocus.
- diplodocusjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord diplodocus.
- diplodocussen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord diplodocus.
- explodeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exploderen. — w. Gebiedende wijs van exploderen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exploderen.
- explodeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van exploderen.
- explodeerden — w. Meervoud verleden tijd van exploderen.
- explodeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exploderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van exploderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van exploderen.
- exploderen — w. Ergatief door een scheikundige of natuurkundige reactie bijzonder…
- exploderend — w. Onvoltooid deelwoord van exploderen.
- exploderende — w. Verbogen vorm van exploderend, het onvoltooid deelwoord van exploderen.
- implodeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van imploderen. — w. Gebiedende wijs van imploderen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van imploderen.
- implodeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van imploderen.
- implodeerden — w. Meervoud verleden tijd van imploderen.
- implodeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van imploderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van imploderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van imploderen.
- imploderen — w. Ergatief in elkaar ploffen.
- imploderend — w. Onvoltooid deelwoord van imploderen.
- imploderende — w. Verbogen vorm van imploderend, het onvoltooid deelwoord van imploderen.
- plod — n. Vod, lap, stuk textiel. — n. (Figuurlijk) slapjanus, sukkel, iemand die zich laat koesteren. — n. (Figuurlijk) luiaard.
- plodde — n. Vod, lap, stuk textiel. — n. (Figuurlijk) slapjanus, sukkel, iemand die zich laat koesteren. — n. (Figuurlijk) luiaard.
- plodden — w. Onovergankelijk sollen, ergens aan zitten. — w. Onovergankelijk niet netjes werken. — w. Onovergankelijk slempen, lang in het café zitten.
- ploddende — w. Verbogen vorm van ploddend, het onvoltooid deelwoord van plodden.
- werploden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord werplood.
Zie deze lijst voor:
| |