Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 15
Er zijn 18 woorden bevattend met PVOOerop␣vooruitgaan help␣voort help␣vooruit hielp␣voort hielp␣vooruit liep␣voor liep␣voorbij liep␣voorop liep␣vooruit loop␣voor loop␣voorbij loop␣voorop loop␣vooruit sleep␣voort werp␣voor werp␣vooruit wierp␣voor wierp␣vooruit 36 definities gevonden- erop␣vooruitgaan — w. In een betere toestand komen.
- help␣voort — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorthelpen. — w. Gebiedende wijs van voorthelpen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorthelpen.
- help␣vooruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruithelpen. — w. Gebiedende wijs van vooruithelpen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruithelpen.
- hielp␣voort — w. Enkelvoud verleden tijd van voorthelpen.
- hielp␣vooruit — w. Enkelvoud verleden tijd van vooruithelpen.
- liep␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorlopen.
- liep␣voorbij — w. Enkelvoud verleden tijd van voorbijlopen.
- liep␣voorop — w. Enkelvoud verleden tijd van vooroplopen.
- liep␣vooruit — w. Enkelvoud verleden tijd van vooruitlopen.
- loop␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorlopen. — w. Gebiedende wijs van voorlopen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorlopen.
- loop␣voorbij — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijlopen. — w. Gebiedende wijs van voorbijlopen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijlopen.
- loop␣voorop — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooroplopen. — w. Gebiedende wijs van vooroplopen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooroplopen.
- loop␣vooruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitlopen. — w. Gebiedende wijs van vooruitlopen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitlopen.
- sleep␣voort — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortslepen. — w. Gebiedende wijs van voortslepen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortslepen.
- werp␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorwerpen. — w. Gebiedende wijs van voorwerpen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorwerpen.
- werp␣vooruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitwerpen. — w. Gebiedende wijs van vooruitwerpen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitwerpen.
- wierp␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorwerpen.
- wierp␣vooruit — w. Enkelvoud verleden tijd van vooruitwerpen.
|