Lijst met woorden van 12 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 19 21
Er zijn 25 woorden van twaalf letters bevattend met PLOEGaanaardploeg bouwploegjes doorploegden doorploegend duikploegjes filmploegjes haakploegjes keerploegjes knokploegjes kookploegjes nachtploegen ochtendploeg ploegden␣door ploeggenoten ploegleiders ploegmaatjes ploegpaarden ploegscharen ploegsgewijs rugbyploegen rugbyploegje schaatsploeg thuisploegen voetbalploeg zwemploegjes 30 definities gevonden- aanaardploeg — n. (Landbouw) (gereedschap) Apparaat, werktuig of gereedschap. — n. Gereedschap. — n. Landbouwwerktuig.
- bouwploegjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwploeg.
- doorploegden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van doorploegen. — w. Meervoud verleden tijd van doorploegen.
- doorploegend — w. Onvoltooid deelwoord van doorploegen.
- duikploegjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord duikploeg.
- filmploegjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord filmploeg.
- haakploegjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord haakploeg.
- keerploegjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord keerploeg.
- knokploegjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord knokploeg.
- kookploegjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kookploeg.
- nachtploegen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord nachtploeg.
- ochtendploeg — n. Groep mensen die in die ’s-morgens werkt of actief is; groep…
- ploegden␣door — w. Meervoud verleden tijd van doorploegen.
- ploeggenoten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ploeggenoot.
- ploegleiders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ploegleider.
- ploegmaatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ploegmaat.
- ploegpaarden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ploegpaard.
- ploegscharen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ploegschaar.
- ploegsgewijs — bijv. Per ploeg.
- rugbyploegen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rugbyploeg.
- rugbyploegje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rugbyploeg.
- schaatsploeg — n. (Sport) groep van 3 schaatsers die samen meedoen aan de ploegenachtervolging. — n. (Sport) een groep schaatsers die onder een gezamenlijke omkadering… — n. (Sport).
- thuisploegen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord thuisploeg.
- voetbalploeg — n. Een team voetbalspelers die samen tegen een andere voetbalploeg…
- zwemploegjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zwemploeg.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 1 woord
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|