Lijst met woorden van 14 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van veertien letters bevattend met PERIOaanloopperiode adventsperiode afbouwperiodes coronaperioden coronaperiodes dienstperioden dienstperiodes droogteperiode koopjesperiode periodeduurtje periodetijdjes periostitisjes regeerperioden regeerperiodes rotatieperiode sperperiodetje tussenperioden tussenperiodes verslagperiode ziekteperioden ziekteperiodes zoogperiodetje zorgperiodetje 24 definities gevonden- aanloopperiode — n. Periode tussen het inschakelen en voluit werken. — n. Periode waarin iets nog ontwikkeld moet worden.
- adventsperiode — n. (Religie) de vier weken voor kerstmis.
- afbouwperiodes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afbouwperiode.
- coronaperioden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord coronaperiode.
- coronaperiodes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord coronaperiode.
- dienstperioden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dienstperiode.
- dienstperiodes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dienstperiode.
- droogteperiode — n. Een periode van ten minste 20 dagen zonder meetbare neerslag.
- koopjesperiode — n. De periode waarin producten afgeprijsd zijn.
- periodeduurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord periodeduur.
- periodetijdjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord periodetijd.
- periostitisjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord periostitis.
- regeerperioden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord regeerperiode.
- regeerperiodes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord regeerperiode.
- rotatieperiode — n. De tijd die een lichaam nodig heeft om een keer om zijn as te draaien.
- sperperiodetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sperperiode.
- tussenperioden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tussenperiode.
- tussenperiodes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tussenperiode.
- verslagperiode — n. De tijd waarover de verslaggeving gaat.
- ziekteperioden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ziekteperiode.
- ziekteperiodes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ziekteperiode.
- zoogperiodetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zoogperiode.
- zorgperiodetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zorgperiode.
Zie deze lijst voor:
|