Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 19 woorden bevattend met PITEEdecapiteer decapiteerde decapiteerden decapiteert hospiteer hospiteerde hospiteerden hospiteert kapiteel kapiteeltje kapiteeltjes palpiteer palpiteerde palpiteerden palpiteert precipiteer precipiteerde precipiteerden precipiteert 35 definities gevonden- decapiteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decapiteren. — w. Gebiedende wijs van decapiteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decapiteren.
- decapiteerde — w. Enkelvoud verleden tijd van decapiteren.
- decapiteerden — w. Meervoud verleden tijd van decapiteren.
- decapiteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decapiteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decapiteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van decapiteren.
- hospiteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hospiteren. — w. Gebiedende wijs van hospiteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hospiteren.
- hospiteerde — w. Enkelvoud verleden tijd van hospiteren.
- hospiteerden — w. Meervoud verleden tijd van hospiteren.
- hospiteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hospiteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hospiteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van hospiteren.
- kapiteel — n. (Bouwkunde) het bovenstuk van een zuil.
- kapiteeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kapiteel.
- kapiteeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kapiteel.
- palpiteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palpiteren. — w. Gebiedende wijs van palpiteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palpiteren.
- palpiteerde — w. Enkelvoud verleden tijd van palpiteren.
- palpiteerden — w. Meervoud verleden tijd van palpiteren.
- palpiteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palpiteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palpiteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van palpiteren.
- precipiteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van precipiteren. — w. Gebiedende wijs van precipiteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van precipiteren.
- precipiteerde — w. Enkelvoud verleden tijd van precipiteren.
- precipiteerden — w. Meervoud verleden tijd van precipiteren.
- precipiteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van precipiteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van precipiteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van precipiteren.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 4 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 36 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: 7 woorden
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|