|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11
Er zijn 22 woorden bevattend met PRANGomprang omprangde omprangden omprangen omprangend omprangende omprangt prang prangde prangden prangen prangend prangende pranger prangers prangertje prangertjes prangt sprang sprangen sprangetje sprangetjes 35 definities gevonden- omprang — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omprangen. — w. Gebiedende wijs van omprangen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omprangen.
- omprangde — w. Enkelvoud verleden tijd van omprangen.
- omprangden — w. Meervoud verleden tijd van omprangen.
- omprangen — w. Overgankelijk van alle kanten samendrukken.
- omprangend — w. Onvoltooid deelwoord van omprangen.
- omprangende — w. Verbogen vorm van omprangend, het onvoltooid deelwoord van omprangen.
- omprangt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omprangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omprangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omprangen.
- prang — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prangen. — w. Gebiedende wijs van prangen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prangen.
- prangde — w. Enkelvoud verleden tijd van prangen.
- prangden — w. Meervoud verleden tijd van prangen.
- prangen — w. Overgankelijk voortdurend met veel kracht aanraken. — w. Inergatief met veel inspanning handelen. — w. [1] drukken.
- prangend — bijv. Klemmend. — w. Onvoltooid deelwoord van prangen.
- prangende — w. Verbogen vorm van prangend, het onvoltooid deelwoord van prangen.
- pranger — n. Prangijzer, klemhaak, bankschroef, klemschroef.
- prangers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pranger.
- prangertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pranger.
- prangertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pranger.
- prangt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prangen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prangen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van prangen.
- sprang — n. (Waterbeheer) gegraven beken waarmee opwellend water wordt aangevoerd. — n. (Sport) (vogelschieten) de op een hoge paal geplaatste ijzeren… — n. (Molenaarsambacht) ijzeren oog waarmee de vang vastzit aan…
- sprangen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sprang.
- sprangetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sprang.
- sprangetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord sprang.
Zie deze lijst voor:
| |