|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 25 woorden bevattend met PROVOprovo —— provo's —— provoost —— provoceer provootje —— provocatie provoceert provoceren provoosten provootjes —— provocateur provocaties provoceerde provocerend —— provocateurs provocatrice provoceerden provocerende —— provocatietje provocatrices —— provocateurtje provocatietjes —— provocateurtjes provocatricetje —— provocatricetjes 35 definities gevonden- provo — n. (Politiek) (filosofie) beweging die midden jaren zestig van… — n. Provocerende, tegen het gezag in opstand komende jongere die…
- provo's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord provo.
- provoost — n. (Geschiedenis) functionaris, belast met de handhaving van orde en tucht. — n. Gevangenis voor soldaten. — n. Militaire straf.
- provoceer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van provoceren. — w. Gebiedende wijs van provoceren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van provoceren.
- provootje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord provo.
- provocatie — n. Het opzettelijk oproepen van een ongewenste toestand of handeling…
- provoceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van provoceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van provoceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van provoceren.
- provoceren — w. Overgankelijk een reactie oproepen, uitdagen. — w. Overgankelijk een negatieve reactie oproepen.
- provoosten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord provoost.
- provootjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord provo.
- provocateur — n. Iemand die provoceert (anderen tracht te verleiden tot iets).
- provocaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord provocatie.
- provoceerde — w. Enkelvoud verleden tijd van provoceren.
- provocerend — w. Onvoltooid deelwoord van provoceren. — bijv. De bedoeling hebbend om iemand te activeren. — bijv. Een negatieve reactie oproepend.
- provocateurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord provocateur.
- provocatrice — n. Vrouwelijke vorm van provocateur.
- provoceerden — w. Meervoud verleden tijd van provoceren.
- provocerende — w. Verbogen vorm van provocerend, het onvoltooid deelwoord van provoceren.
- provocatietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord provocatie.
- provocatrices — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord provocatrice.
- provocateurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord provocateur.
- provocatietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord provocatie.
- provocateurtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord provocateur.
- provocatricetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord provocatrice.
- provocatricetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord provocatrice.
Zie deze lijst voor:
| |