Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden bevattend met

Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat67891011121314


Er zijn 22 woorden bevattend met PSTAP

opstapopstapelopstapeldeopstapeldenopstapelenopstapelendopstapelendeopstapeltopstapjeopstapjesopstappenopstappendopstappendeopstapperopstappersopstappertjeopstappertjesopstapplaatsopstapplaatsenopstaptopstapteopstapten

30 definities gevonden

  • opstap — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstappen. — n. Een verhoging die met één stap te bestijgen is.
  • opstapel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstapelen.
  • opstapelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opstapelen.
  • opstapelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opstapelen.
  • opstapelen — w. Boven op een grote hoop leggen, ergens een hoop van maken. — w. (Figuurlijk) wederkerend zich opstapelen: groter worden, toenemen.
  • opstapelend — w. Onvoltooid deelwoord van opstapelen.
  • opstapelende — w. Verbogen vorm van opstapelend, het onvoltooid deelwoord van opstapelen.
  • opstapelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstapelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstapelen.
  • opstapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opstap.
  • opstapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opstap.
  • opstappen — w. Aftreden, weggaan. — w. Op het zadel van een fiets gaan zitten om te gaan fietsen. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opstap.
  • opstappend — w. Onvoltooid deelwoord van opstappen.
  • opstappende — w. Verbogen vorm van opstappend, het onvoltooid deelwoord van opstappen.
  • opstapper — n. Iemand die in een voertuig stapt als nieuw of tijdelijk bemanningslid;… — n. Iemand die ergens niet meer aan meedoet; iemand die ontslag neemt. — n. Uitkeringsgerechtigde die meedoet aan een opstapproject dat…
  • opstappers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opstapper.
  • opstappertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opstapper.
  • opstappertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opstapper.
  • opstapplaats — n. Plaats waar deelnemers aan een reis kunnen instappen.
  • opstapplaatsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opstapplaats.
  • opstapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstappen.
  • opstapte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opstappen.
  • opstapten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opstappen.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.