|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 18
Er zijn 21 woorden bevattend met PULSEhandelingsimpulsen impulseer impulseerde impulseerden impulseert impulsen impulseren impulserend impulserende kwaliteitsimpulsen pulseer pulseerde pulseerden pulseert pulsen pulsend pulsende pulseren pulserend pulserende woningbouwimpulsen 31 definities gevonden- handelingsimpulsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord handelingsimpuls.
- impulseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van impulseren. — w. Gebiedende wijs van impulseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van impulseren.
- impulseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van impulseren.
- impulseerden — w. Meervoud verleden tijd van impulseren.
- impulseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van impulseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van impulseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van impulseren.
- impulsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord impuls.
- impulseren — w. Aandrijven.
- impulserend — w. Onvoltooid deelwoord van impulseren.
- impulserende — w. Verbogen vorm van impulserend, het onvoltooid deelwoord van impulseren.
- kwaliteitsimpulsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kwaliteitsimpuls.
- pulseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pulseren. — w. Gebiedende wijs van pulseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pulseren.
- pulseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van pulseren.
- pulseerden — w. Meervoud verleden tijd van pulseren.
- pulseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pulseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pulseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van pulseren.
- pulsen — w. (Bouwkunde) een grondboormethode: een buis, die van onderen… — w. Stelen, huizen leeghalen (van Joden). — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord puls.
- pulsend — w. Onvoltooid deelwoord van pulsen.
- pulsende — w. Verbogen vorm van pulsend, het onvoltooid deelwoord van pulsen.
- pulseren — w. Ritmisch sterker en zwakker worden.
- pulserend — w. Onvoltooid deelwoord van pulseren.
- pulserende — w. Verbogen vorm van pulserend, het onvoltooid deelwoord van pulseren.
- woningbouwimpulsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord woningbouwimpuls.
Zie deze lijst voor:
| |