Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 15 16 19 21
Er zijn 14 woorden bevattend met PSCHEEhapscheer hapscheertje hapscheertjes opscheep opscheept opscheepte opscheepten opscheer opscheert schaapscheerder schaapscheerders schaapscheerdersdag schaapscheerdersdagen schaapscheerderskou 16 definities gevonden- hapscheer — n. Hapschaar.
- hapscheertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hapscheer.
- hapscheertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hapscheer.
- opscheep — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschepen.
- opscheept — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschepen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschepen.
- opscheepte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opschepen.
- opscheepten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opschepen.
- opscheer — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opscheren.
- opscheert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opscheren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opscheren.
- schaapscheerder — n. (Beroep) iemand die voor zijn beroep schapen ontdoet van de dikke vacht.
- schaapscheerders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schaapscheerder.
- schaapscheerdersdag — n. Een dag die in het teken van het scheren van schapen staat.
- schaapscheerdersdagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schaapscheerdersdag.
- schaapscheerderskou — n. Koude periode omstreeks half juni; periode ook vanaf dewelke…
|