Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 10 11 12 13 14 15 16 17
Er zijn 16 woorden bevattend met PENSEERcompenseer dispenseer —— compenseert dispenseert —— compenseerde decompenseer dispenseerde —— compenseerden decompenseert dispenseerden —— decompenseerde overcompenseer —— decompenseerden overcompenseert —— overcompenseerde —— overcompenseerden 32 definities gevonden- compenseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van compenseren. — w. Gebiedende wijs van compenseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van compenseren.
- dispenseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dispenseren. — w. Gebiedende wijs van dispenseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dispenseren.
- compenseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van compenseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van compenseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van compenseren.
- dispenseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dispenseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dispenseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van dispenseren.
- compenseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van compenseren.
- decompenseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decompenseren. — w. Gebiedende wijs van decompenseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decompenseren.
- dispenseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van dispenseren.
- compenseerden — w. Meervoud verleden tijd van compenseren.
- decompenseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decompenseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van decompenseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van decompenseren.
- dispenseerden — w. Meervoud verleden tijd van dispenseren.
- decompenseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van decompenseren.
- overcompenseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overcompenseren. — w. Gebiedende wijs van overcompenseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- decompenseerden — w. Meervoud verleden tijd van decompenseren.
- overcompenseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overcompenseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overcompenseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overcompenseren.
- overcompenseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van overcompenseren.
- overcompenseerden — w. Meervoud verleden tijd van overcompenseren.
|